In onze nieuwe rubriek ‘TextVast Toert’ laten we onze tekstschrijvers aan het woord. We crossen namelijk het hele land door om de mooiste verhalen op te halen. Maar wat is ons verhaal? Hoe ervaren wij al die verschillen avonturen? In deze rubriek vertellen we wat we allemaal meemaken. Dit keer neemt Djaydee je mee naar haar interviewafspraak op het boerenland.
‘Daar zit je dan. Zojuist geparkeerd in een willekeurig parkeervak voor het terrein van een enorme boerderij. Dit keer ga ik voor de Rabobank langs bij een pluimveehouder die zo’n 102.000 vleeskuikenouderdieren heeft. Het is zeker niet de eerste keer dat ik op pad ben voor de Rabobank. We halen al een aantal jaar verschillende verhalen van (agrarisch) ondernemers op. Rabobank bundelt deze verhalen in een Food & Agri Nieuwsbrief die verspreid wordt onder alle klanten van Rabobank die in deze sector werken. Het doel: elkaar inspireren en motiveren. Want hoe is het voor boeren om te ondernemen in deze onzekere tijd? Wat doen ze om aan de wet- en regelgeving te blijven voldoen? Waar lopen ze tegenaan? En wat kan Rabobank daarin betekenen?
Maar voordat ik deze vragen aan de ondernemer stel, moet ik eerst nog even binnen zien te komen. Als je bekend bent met het leven op het platteland dan begrijp je me misschien wel. Want ieder bezoek worstel ik weer met de gedachte: welke deur moet ik in godsnaam hebben? Ik tel er dit keer acht. En dan heb ik de deuren van de schuren en stallen nog niet meegerekend.
Dan nog een gedachte die elk bezoek weer door mijn hoofd schiet. Ik app mijn collega’s om deze gedachte te delen: ‘Dat moment op de parkeerplaats bij een boer: word ik, als ik uitstap, wél of níet aangevallen door een herder?’ Ik krijg binnen no-time verschillende lachpoppetjes en het woordje ‘herkenbaar’ terug. Direct daarna verzamel ik mijn moed bij elkaar en loop ik het terrein op. Gelukkig, vooralsnog geen hond te bekennen.’
Een warm welkom
‘Ik klop op een willekeurige deur en het tienjarige zoontje van de ondernemer doet open. Hij is vriendelijk en brengt mij naar zijn vader. Onderweg kom ik zo’n vijf andere spelende kinderen tegen. Het is woensdagmiddag én mooi weer. Hier is ruimte, dus logisch dat iedereen hier wil spelen. ‘Vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen zijn hier altijd welkom’, lacht de ondernemer die me tegemoet loopt. Nou, volgens mij is hier iedereen welkom. Zo voel ik dat tenminste. Ik geef hem een hand en stel mezelf voor.
We gaan aan de keukentafel zitten en starten het interview. Ondanks de onzekere tijd is deze pluimveehouder positief. Hij vindt zelf ook dat de stikstofuitstoot naar beneden moet. Zo investeerde hij onlangs in een innovatieve stal met een luchtbehandelingssysteem. Daardoor reduceert hij zo’n 3000 kilogram stikstof. Met zelfgeplaatste sensoren in de stal kan hij de stikstofreductie 24/7 meten. Het probleem is alleen dat je voor eigen meetapparatuur nog niet officieel goedkeuring krijgt. Dat moet een officiële instantie goedkeuren. Maar helaas gaat dat nog niet zo snel, legt hij me uit. Het is voor hem een kwestie van afwachten. ‘Dat is soms weleens frustrerend.’ Nuchter als hij is, vertelt hij heel eerlijk: ‘Ik kan nu niet blijven investeren, er moet ook brood op de plank komen.’ Wat hij nodig heeft? ‘Tijd óf geld, zo simpel is het.’
Mijn verhaal heb ik, nu is de fotograaf aan zet. De ondernemer schiet nog even naar boven. ‘Even omkleden’, hoor ik hem roepen vanaf de trap. ‘Ik moet natuurlijk wel goed voor de dag komen.’ Na twee minuten is hij weer terug, in precies dezelfde outfit maar dan schoon. Heerlijk, de visagie en styling voor een fotoshoot hoeft ook helemaal niet zo moeilijk te zijn. Goed is goed.
Mijn taak zit erop. Ik prijs me gelukkig dat ik iedere dag weer nieuwe dingen leer én nieuwe mensen ontmoet. Als ik terug naar mijn auto loop, schrik ik van geblaf. Is daar toch die herder waarvoor ik al vreesde? Ik draai me om en er rent inderdaad een hond op me af. Gelukkig, het is maar een kleintje en hij is vrolijk. Gelukkig, ben ik er ook deze keer ongeschonden van afgekomen. Op naar de volgende.’